Het is niet de eerste keer dat ik via mijn blogs de nadruk leg op de rol die gewoontes spelen bij een gezond en/of succesvol leven. Dit geldt voor iedereen, met of zonder Diabetes Type 1. Vandaag deel ik met jullie welke 7 slechte gewoontes voor diabetes die ik heb afgeleerd. Let’s go!

1. Naalden niet vervangen

Jup, je leest het goed. Voor zowel mijn insulinepennen als mijn vingerprik verving ik mijn naaldjes tot een paar jaar terug nauwelijks 1 x per week! En dit ondanks dat op bijna elk doosje staat dat je de naalden moet vervangen om een infectie te voorkomen. Laat staan dat dit bij elk ziekenhuisbezoek vanaf mijn diagnose erin is gestampt… Stom he?!

Gevolg? Gelukkig geen infectie. Maar wel verstopte naalden waardoor de insuline niet goed en volledig genoeg werd toegediend, met hogere bloedsuikers als resultaat. Daarnaast worden de naaldjes per gebruik veel minder scherp en kan het hierdoor ook wel eens goed pijn doen wanneer je je met een oude naald prikt!

Sinds een paar jaar vervang ik netjes bij elke prik mijn naald. Zoals je leest is dat het zeker waard.

2. Handen niet wassen

Vaak leer je het makkelijkst een slechte gewoonte af wanneer het (helaas) een keer goed misgaat.

Toen ik nog geen Freestyle Libre had en voor het meten mezelf op de ouderwetse manier moest prikken in mijn vinger, waste ik eigenlijk nooit mijn handen.

Ik zal nooit vergeten dat ik op een dag mijn bloedsuikers testte, en ik zat toen aan de 24 mmol/l. Ik schrok me een hoedje, en diende meteen een flinke dosis Novorapid toe ter correctie. Toen bedacht ik me direct hierna: “Hmmm… ik voel me helemaal niet alsof ik zo hoog zit, en het is ook niet logisch op basis van wat ik heb gegeten.” Ik ging mijn handen wassen, controleerde nogmaals mijn glucose en zat aan de 6.5 mmol/l. Bleek dat er bij de eerste test suiker op mijn vingertoppen zat…

Wat daarna kwam was dus geen pretje. Handen wassen!

3. Onlogische bloedsuikers niet dubbelchecken

Een andere slechte gewoonte, welke mooi aansluit op het verhaal hierboven, is dat ik voorheen nooit mijn opvallende en onlogische bloedsuikers dubbelcheckte. Als mijn meter aangaf dat ik hoog of laag zat, vertrouwde ik daar blind op en corrigeerde ik te snel op basis hiervan.

In de loop der jaren heb ik geleerd dat meters vrij inaccuraat kunnen zijn op basis van meerdere factoren, zéker de Freestyle Libre. Wanneer ik nu een opvallende of onlogische bloedsuiker heb, ga ik daarom eerst na wat ik daadwerkelijk met mijn lichaam voel. Zijn er symptomen die wijzen op een hoge of lage bloedsuiker? Vervolgens test ik nogmaals, nadat ik mijn handen heb gewassen, alvorens ik handel naar wat er op de meter staat.

Dit heeft me sindsdien een hoop hypo’s en hypers gescheeld!

4. Naalden niet testen

Heb je netjes uitgerekend dat je voor de berg aan koolhydraten voor je neus zo’n 10 eenheden insuline nodig hebt? Dan zou het fijn zijn alle eenheden aankomen, in plaats van 5 EH door een verstopte naald met een dikke hyper als gevolg. Toch overkwam het me wel eens, omdat ik de naalden vroeger nooit echt testte voor gebruik. Vooral in combinatie met het niet vernieuwen van de naalden, was dit een slechte gewoonte.

Tegenwoordig spuit ik altijd 2-4 eenheden insuline door de (nieuwe!) naald om te kijken of hij niet verstopt zit, zodat ik zeker weet dat de dosering goed toegediend wordt.

5. Graaien uit verpakkingen

Oke… om heel eerlijk te zijn is dit een gewoonte die ik al meerdere malen heb afgeleerd, maar hij komt toch regelmatig terug. Het graaien uit verpakkingen zorgt ervoor dat je niet precies weet hoeveel koolhydraten, vetten en eiwitten je eet. Hierdoor weet je niet hoeveel insuline je precies nodig hebt. Daarnaast prik ik bij graaien meestal ná het eten, terwijl een pre-bolus (10-15 min prikken vóór het eten) een van de sterkste technieken is om je bloedsuikers te managen.

De laatste tijd gaat het goed. Nu hopen dat het zo blijft!

6. Overcorrigeren

Emotie kan beïnvloeden hoe jij handelt, en dat kan gevaarlijk zijn wanneer je hier niet bewust van bent! In sommige gevallen is er niets meer frustrerend (emotie) dan een hoge bloedsuiker, en wil je ‘m het liefst zo snel mogelijk weg ‘doseren’ (handelen). Andersom hetzelfde: ‘Ja dag! Wéér een hypo?! (emotie). En hup, je bent 4 koeken verder (handeling).

Het mag duidelijk zijn dat dit niet voor stabielere bloedsuikers gaat zorgen, maar je eerder in een rollercoaster brengt. Daarom was dit voor mij een belangrijke gewoonte om af te leren.

Dit door het oefenen van geduld. Bij een hypo neem ik 15-20 gram koolhydraten en wacht ik 15 minuten alvorens ik hertest. Bij een hyper heb ik mezelf geleerd nóg geduldiger te zijn na een (eerste) correctiedosering, omdat het (bij mij) vaak langer duurt voordat de insuline eindelijk de boel naar beneden brengt. Op die manier voorkom ik dat ik een tweede, onnodige correctie toepas waardoor ik in een hypo zou komen.

7. Roken

Als er één slechte gewoonte is waar ik blij mee ben dat ik deze heb afgeleerd, dan is het wel roken. De combinatie met diabetes is extreem onhandig voor je gezondheid. Verder ga ik  hier niet te veel woorden aan vuil maken, want dat heb ik hier al gedaan.

Welke slechte gewoontes voor diabetes heb jij afgeleerd?